Vervolgopleidingen – Radiotherapie, oncologie

coördinerende stagemeester: prof. Katrien Vandecasteele (KATRIEN.VANDECASTEELE@UGent.be)

De opleiding tot specialist in de radiotherapie-oncologie duurt 5 jaar. Binnen de erkenningscommissie radiotherapie-oncologie is er overeengekomen dat van de 5 jaar opleiding minstens 2 in een universitair centrum dienen te worden doorgebracht alsook 1 jaar in een niet-universitair centrum.

 

Sedert 1982 hebben de Belgische universitaire radiotherapie diensten een nationaal interuniversitair systeem uitgebouwd voor onderwijs. Jaarlijks wordt een facultatief examen georganiseerd. Deelname aan het facultatief examen wordt aangeraden door de stagemeester en is verplicht in het tweede jaar opleiding binnen de MSG-opleiding voor het opleidingsonderdeel “Aanvullingen in radiotherapie-oncologie, deel 1”.

Tevens is er een officieel wettelijk examen dat wordt afgelegd op het einde van het vierde jaar, bij niet slagen is een tweede kans voorzien na het vijfde jaar.

 

De ASO dient verplicht deel te nemen aan het opleidingsprogramma ManaMa MSG. Een perfecte ManaMa–opvolging via het portfolio is vereist. De voorwaarden van de erkenningscommissie worden geïntegreerd in de MSG.

Maximaal aantal punten op een totaal van 100 punten
Interview (motivatie, persoonlijkheid) (cfr. punt 3) 20
Punten* op 1000 met onderstaande verdeling

3de Bachelor 25%

1ste Master 30%

2de Master 30%

3de Master, 1ste semester 15%

30
Praktijkgeschiktheid (tijdens het co-assistentschap) 30
Proef (vaardigheidsproef, kennistoetsing op basis van dossier of casus, …) 15
Portfolio 5

* Indien men niet geslaagd is voor een vak, wordt de niet geslaagde score in rekening gebracht, zodat de selectiescore toch kan berekend worden. Indien men voor een vak afwezig was zonder geldige reden, wordt een score nul verrekend. Wie ziek was of een wettige reden voor afwezigheid had moet zich hieromtrent tot de voorzitter van de opleidingscommissie geneeskunde richten; indien er een geldige reden voor afwezigheid was zal als quotering voor het vak het gemiddelde van de punten van de student in dat jaar worden genomen.

Bijkomende info m.b.t. kandidatuurstelling naast de info vermeld op bij “Procedure kandidatuurstelling”:

Persoon bij wie kandidatuur moet worden ingediend: prof. Valérie Fonteyne en mevr. Sophie Longeval

Extra documenten die moeten worden bezorgd aan de dienst naast brief met motivatie, C.V. en puntenlijsten van 3de bachelor t.e.m. 1ste semester van 3de master geneeskunde: geen

Van zodra de coördinerende stagemeester de kandidatuur heeft ontvangen, contacteert hij de kandidaat om een datum voor het interview vast te leggen.

 

Specifieke vereisten:

Goed zicht, goed overweg kunnen met computers, kennis van het document “academisering van de opleiding tot arts-specialist”

 

Info m.b.t. interview:

Het interview vindt plaats in aanwezigheid van de coördinerende stagemeester, een relevante delegatie van de stafleden en indien mogelijk een niet-coördinerende stagemeester. De kandidaat stelt zichzelf voor, met zijn positieve en negatieve punten, waarna de evaluatoren vragen stellen. De gestelde vragen peilen onder meer naar sociale vaardigheden en sociaal probleemoplossend vermogen, professioneel gedrag, motivatie, organisatorisch inzicht, alsook naar zijn / haar motivatie voor de specialisatie.

 

Info m.b.t. praktijkgeschiktheid:

De geschiktheid voor het beroep wordt geëvalueerd tijdens het co-assistentschap. Hierbij worden onder meer, waar mogelijk, volgende zaken op de werkvloer beoordeeld aan de hand van observatie en interactie:

  • Theoretische kennis (algemeen en vakspecifiek)
  • Praktische vaardigheden (intekeningen van risico-organen en doelvolumes voor radiotherapieplanning, uitvoeren klinisch onderzoek, …)
  • Kritische ingesteldheid
  • Probleemoplossend vermogen
  • Ethisch gedrag
  • Stressbestendigheid
  • Omgang met en communicatie naar patiënten en collega’s zorgverleners
  • Organisatie van het werk (klinisch en administratief)
  • Omgaan met feedback

 

Info m.b.t. proef:

Aan het begin van het co-assistentschap krijgt de kandidaat een wetenschappelijke opdracht. Deze dient gedurende het co-assistentschap uitgevoerd te worden. In de laatste week wordt het werk door de kandidaat voorgesteld en verdedigd voor het plenum van de staf. Na de presentatie volgt een ondervraging waarin wordt gepeild in welke mate de kandidaat de voorgestelde stof beheerst. De evaluatie van het wetenschappelijk werk beoordeelt zowel het proces, de presentatie, als de verdediging van de kandidaat.

 

Leden van selectiecommissie:

De selectiecommissie beoordeelt de kandidaat en stelt een rangorde op van de kandidaten. De selectiecommissie bestaat uit de vaste stafleden en minstens 1 niet-coördinerende stagemeester. Elk lid van de commissie scoort individueel. De factoren die de score bepalen zijn beschreven in punt 2. De eindscore wordt bediscussieerd en de rangorde wordt met consensus opgesteld.

 

Info m.b.t. percentage plaatsen in selectierondes:

Selectieronde 1:

unieke generatiestudenten: gezien het beperkt aantal plaatsen kan geen percentage worden vastgelegd

andere kandidaten: gezien het beperkt aantal plaatsen kan geen percentage worden vastgelegd

Selectieronde 2 wordt enkel georganiseerd als de beschikbare opleidingsplaatsen niet ingevuld zijn na de eerste ronde, waarbij het aantal plaatsen bepaald wordt door het verschil tussen beschikbare plaatsen en ingevulde plaatsen tijdens de selectieronde 1. Als er tijdens selectieronde 1 voldoende geschikte kandidaten geselecteerd zijn, dan zal er geen tweede ronde georganiseerd worden.

coördinerende stagemeester prof. Valérie Fonteyne (secretariaat tel. 09/332 39 55)